Breadcrumb

16 maart | Jaap Toorenaar

In de laatste week van de zomervakantie ontving de administratie van het Stedelijk Gymnasium Leiden een mail van een zekere Joost van Daalen. De mail was gericht “aan een classicus” en werd aan mij doorgestuurd. Van Daalen was bezig om alles over de aanslag op het Bevolkingsregister in Amsterdam van maart 1943 boven tafel te krijgen voor het schrijven van een boek. De meeste aanslagplegers waren al snel opgepakt, hadden een schijnproces gekregen en kenden hun doodsvonnis. De jongste van hen, Guus Reitsma, had in 1941 eindexamen aan het Stedelijk in Leiden gedaan. Hij schreef twee dagen voordat hij in de duinen werd neergeschoten een afscheidsbrief aan zijn moeder in Oegstgeest. Die brief werd de gevangenis uit gesmokkeld en Van Daalen kreeg die nu vanuit oorlogsarchieven onder ogen. Guus schreef dat hij in zijn dodencel vol dankbaarheid terugdacht aan zijn gymnasium, met name aan de docent Grieks Wiersma. Een citaat:

‘Mijn gymnasiumopleiding is mij deze tijd zoo’n groote steun geweest, waarvoor ik jou en al die leraren, in het bijzonder Wiersma, diep dankbaar ben. In mijn eenzame cel in Scheveningen welden soms heele stukken uit Homerus in mij op, die mij onbewust waren bijgebleven. Graag had ik, dat ergens in een onopvallend hoekje van het Gymnasium de spreuk uit Odyss. U 18 ingegraveerd wordt als bewijs van mijn dankbaarheid.’

Van Daalen ging op zoek naar de genoemde regel, maar had in hoofdstuk 18 van de Odyssee niets gevonden wat in aanmerking kwam. Ik kon het als classicus natuurlijk snel uitleggen: Joost had over de u = ypsilon heen gelezen en had moeten kijken naar vers 18 van boek ypsilon (“hoofdstuk 20”). Daar staat τέτλαθι δή, κραδίη: καὶ κύντερον ἄλλο ποτ᾽ ἔτλης.

(“Houd moed, mijn hart; ook eerder doorstond je andere ellende”). Dit zegt Odysseus bij zichzelf wanneer hij vermomd als zwerver moet aanzien hoe de vrijers zich in zijn eigen paleis misdragen.

Het leek mij een schitterend idee om alsnog na 81 jaar deze regel ergens op een witte muur van het Stedelijk te plaatsen met een bordje met uitleg. Dat is op 15 maart tijdens een symposium omdat de school dit jaar haar 700-jarig bestaan viert gedaan. Joost van Daalen hield een indrukwekkende voordracht. Daarna hebben familieleden van Guus die van heinde en verre waren gekomen, het doek laten zakken. De oudste van hen, Guus Honig is 81, zoon van de aanstaande zwager van Reitsma – hij heeft zijn voornaam gekregen als herinnering aan Guus Reitsma – deed dit samen met zijn kleinzoon Olivier uit groep 8. Later dit jaar zal Olivier in zijn klas een spreekbeurt over Reitsma houden.

Het was onvergetelijk en heel ontroerend: dat een versregel van 2800 jaar geleden iemand met de dood voor ogen troost biedt en dat we die hebben teruggebracht via een dodencel naar het gebouw waar meneer Wiersma les gaf laat de kracht zien, ook anno 2024, van onze klassieke talen.

 


 

Deze website maakt gebruik van cookies. Voor meer informatie over welke cookies en hoe wij deze gebruiken, kijk op onze cookie-pagina. Hier kun je tevens je cookie-instellingen aanpassen. Naar de cookiepagina.